zaterdag, oktober 28, 2006

It's clear now,
I lost my most precious piece.

Now,
It doesn't matter anymore when it end
Or what happens between now and the end
If it's fun, so be it, I'll never fully enjoy.
If it's boring, nothing will have changed with the past.
If it hurts, then you maybe could call it a shadow of reality.

Now, tomorrow or in a few years,
It won't make any difference.
Not for me.

woensdag, oktober 11, 2006

reflections 11/10

En een relatie is meer dan affectie,
maar alleen affectie wordt tijdens een relatie gegeven in zijn puurste vorm,
terwijl dat 'meer dan' meestal puurder buiten een relatie leeft dan binnenin.

Vertrouwen en eerlijkheid zijn makkelijker te handhaven als je niet van iemand houdt,
de drempel tot eerlijkheid ligt onderandere lager in een goede vriendschapsrelatie, omdat je niemand kwetst met de waarheid te vertellen en mocht je dat doen, ga je ervan uit dat de vriendschap dat houdt. Terwijl in een relatie die drempel hoger ligt, omdat de inzet hoger ligt. Maar wat maakt die inzet dan hoger? Vertrouwen en eerlijk al niet. Dus moet het affectie, aandacht en de permanentie van iemand om je heen zijn?

Een vriend vraagt mij of ik mij nooit slecht voel bij het de situaties, waarin wij altijd op zoek zijn om mensen te helpen. Hun leegtes, hun schaduwen en hun donkerste dromen te achterhalen, om vervolgens een deel van hun last te verlichten, een lampje aan te steken of zelfs hen een weg naar buiten aan te wijzen, maar nooit iemand tegenkomen die ons kan helpen of zelfs maar begrijpen wat er in ons omgaat.

Er is een tijd geweest dat ik mij daar slecht bij voelde, er is een tijd geweest dat ik op zoek was naar iemand die mij begreep, iemand die mijn leegtes wou bezoeken en er niet schreeuwend of ontkennend uit zou wegrennen.
Al wat ik geleerd heb uit die tijd is dat het een verloren zoektocht is. Mensen komen de leegtes niet in zonder dat er iets is wat hen van de anderen distanciëerd. Vrienden komen tot een bepaald level, maar de echte essentie waarop mijn wezen leeft, dat blijft gesloten. Alleen zij die er in slagen mijn emotionele ik, zwaar verborgen onder een laag van beschermende taktieken, te ontdekken en vrij te zetten horen mijn ware angsten aan. Eens deze aan hen getoont te hebben, laten ze je in de steek, ontkennen wat je gezegd hebt, rennen zo snel mogelijk weg om te vergeten of laten je nog even in een illusionaire gedachte van begrip leven die dan later op volle kracht voor je ogen uiteenspat.

Ik probeer mensen zoveel mogelijk te geven wat ik zelf het liefst zou hebben. Een luisterend oor, iemand die zover gaat in het opvullen van de leegtes, als je ze zelf wilt toelaten. Door dit doen heb ik ontdekt dat ik een uniek geval ben. Velen hebben nood aan aandacht, weinigen hebben nood aan echte liefde. Of misschien hebben velen er wel nood aan, maar zijn slechts weinigen in staat om zichzelf er zo hard in te verliezen dat ze zichzelf, hun ware ik, erin kunnen terugvinden. Ik denk dat mij weinig aangeboden word, als mensen mij zeggen wat ik heb, zal ik het meeste hebben omdat ik erom gevraagd heb (en rechtmatig gekregen) of omdat het er kwam uit logische deductie. Spontaan toegevoegde waarde of giften op emotioneel vlak is iets wat ik maar zelden tegengekomen ben. De weinige mensen die ik tegen gekomen ben die er toe in staat waren of die mij iets gegeven hebben, heb ik voor hun eigen bestwil op afstand gehouden. Deze individuen zijn meestal zelf verwikkeld in het helpproces van zoveel anderen (of één heel belangrijk specifiek geval). Het zou unfair zijn van mij, beseffend hoe de zaak draait, om met die voorkennis aandacht op te eisen.

Het zou mooi zijn iemand te vinden die haar grenzen openstelt voorbij het oppervlakkige. Die mee de schoonheid van de diepgang beleeft en die deuren opent die voor alle anderen gesloten blijven en achter die deuren een licht vindt van oprechte liefde, niet van dat Westerse geknutseld samenlevingsgedrag, maar wel degelijk een oprecht en totaal omvattend idee van bezorgdheid, vertrouwen, eerlijkheid, schoonheid, emotionele ondersteuning en dit alles in een idee van vrijheid. Niet vrijheid die de andere waarde overschrijft, maar vrijheid die op alle andere dingen steunt. (Een verschil dat nog maar weinig persoon heeft bewezen in de kern te begrijpen).
Het zou nog mooier zijn om iemand te vinden die naat het openen van deze deuren, ook de andere deuren opent, binnenstapt in het duister en daar ergens in de schaduwen mijn ware ik komt opzoeken. Hij die jaren geleden daar is binnengegaan en daar gebleven is, omdat elke keer hij naar buitenkwam hij alleen vernieling aanschouwde. Vernieling door egoïsme, onlogica, menselijke schadelijk gedrag en andere zaken waarop deze wereld draait. De ware ik, die zich in de schaduwen, die hem nooit verraden hebben, geplaatst heeft en van daaruit is gaan voortbouwen en het individu gecreëerd heeft dat zich kan plaatsen in deze maatschappij en iets kan betekenen voor anderen, zonder dat het daarvoor volledig naar de verdoemenis gebracht wordt door diezelfde mensen. Een individu dat bewezen heeft adaptief te zijn en falend gedrag en falende idee, ten koste van het eigen ik aan de kant te schuiven om te evalueren naar betere en meer flexibele vormen. Alleen door al die adapties heen, zien nog weinig mensen wat er werkelijk schuilt achter die 'sympathieke, open, jongeman', achter die persoon 'zonder onzekerheden', 'die altijd weet hoe het moet'. Niemand ziet het nog en dus blijft de ware ik eenzaam achter, wachtend op die persoon die de deurtjes opendoet.

Om nu op de vraag van mijn vriend te antwoorden: de reden dat het niet storend meer is, is omdat de ware ik de actieve hoop op die persoon heeft opgegeven. Die hoop is altijd al een droomervaring geweest, alleen is de hoop die nu nog rest, niet een droomervaring maar een droombesef. Telken malen is het makkelijk je weer te verliezen in dat idee, die mooie optie en telken malen volgt daarop het besef dat het allemaal klinkt als een droom en dus waarschijnlijk ook een droom zal blijven. Hoewel iedereen weet dat ik zou opspringen en vechten tot ik erbij neerviel om zoiets te laten gebeuren (I proved it, I died for it). Begint de gedachte als maar verder weg te glijden, omdat ik als maar vaker het idee krijg dat niemand mij ooit nog overtuigd gaat krijgen.
En dat is de reden dat het mij niet meer stoort. Ik heb de hoop niet opgegeven, ik heb de strijd niet opgegeven, maar de motieven erachter zijn door het verleden zohard in twijfel getrokken, dat ik me afvraag of zo'n mensen eigenlijk wel bestaan en het dus allemaal niet een eeuwige droom zal blijven.